F-16 piloten Nederland in Afghanistan breken missie soms af

Nederlandse piloten van F-16-jachtbommenwerpers hebben in Afghanistan enkele keren geweigerd hun wapens in te zetten.

Zij staakten hun missie, omdat de opdracht die zij kregen niet voldeed aan de specifieke regels die Nederlands heeft opgesteld (rules of engagement).Dit schrijft de Volkskrant vandaag.

De ministers Eimert van Middelkoop (Defensie), Maxime Verhagen (Buitenlandse Zaken), en Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking) hebben dit woensdag geschreven in antwoord op vragen van de PvdA.

De partij maakt zich zorgen over de toename van het aantal burgers die worden gedood door luchtaanvallen van de ISAF-missie in Afghanistan.

De bewindsmannen schrijven dat de F-16-vliegers de situatie altijd aan specifieke criteria moeten toetsen alvorens ze tot actie overgaan. Als hieraan niet kan worden voldaan dan wordt de missie afgebroken.

Nederlandse gevechtsvliegtuigen worden veelvuldig ingezet om luchtsteun te verlenen aan bondgenoten in de provincie Helmand, waar troepen van de NATO-ISAF felle strijd leveren met opstandelingen van de Taliban.

Ook in de provincie Uruzgan zijn F-16-vliegtuigen ingezet om aanvallen van de Taliban af te slaan op de internationale coalitie.

Volgens verslaggevers, plaatselijke bronnen en de Afghaanse autoriteiten zijn er bij luchtaanvallen van de buitenlandse militairen dit jaar al honderden Afghaanse burgers om het leven gekomen.