Door de hoge kosten van de ISAF-missie in Uruzgan ziet minister Van Middelkoop van Defensie zich genoodzaakt om flink te bezuinigen op het materiaal. Om financiële problemen op te lossen wil hij aanwezig materiaal verkopen. Dit schrijft het Algemeen Dagblad.
Het gaat om F-16-gevechtsvliegtuigen, tanks en pantserhouwitsers. Dat schrijft hij in de hoofdlijnennota die hij gisteren naar de Kamer heeft gestuurd. Daarnaast heeft hij geld nodig zoals meer bepantsering voor de troepen in Uruzgan en extra inlichtingencapaciteit.
De NATO-ISAF-missie van Nederland in Uruzgan valt veel duurder uit dan werd verwacht. Er was 600 miljoen voor begroot, maar de uiteindelijke kosten voor twee jaar aanwezigheid in Uruzgan worden nu beraamd op 800 miljoen euro.
Volgens Van Middelkoop gaat de bezuiniging niet ten koste van de slagkracht, maar de militaire bonden zijn daar niet gerust op.
Nederland is met ongeveer 2000 militairen aanwezig in Afghanistan. Grote landen, zoals Canada, met 2.500 militairen, Duitsland (3.000), Frankrijk (1.000), Italië (2.000), Australië (1.000), Polen (1.200).
Landen als Denemarken, België, Zweden, Noorwegen, Spanje, Portugal, Bulgarije, Roemenie leveren veel minder soldaten voor Afghanistan dan Nederland doet.
Volgens de SP moet de minister zijn ambities naar beneden stellen. Volgens de VVD moet er meer geld naar Defensie.
De klimatologische omstandigheden en het onherbergzame terrein in Afghanistan vergen veel meer van het materieel dan werd verwacht. Ook wordt er veel meer munitie gebruikt door de aanhoudende hevige gevechten in het zuiden van Afghanistan.
Veelvuldig worden F-16-bommenwerpers ingezet en Apache-gevechtshelikopters om bondgenoten in het zuiden van Afghanistan te hulp te komen. De toestellen vergen bovendien erg veel onderhoud.